5 + 4 = 1
“5 + 4 =1”
is een fotoproject waarin alles draait om kinderen. Kinderen uit alle
uithoeken van de wereld. “5 + 4 =1”
is een fotografisch zoektocht naar de leefwereld van kinderen in 5 continenten
en uit 4 windstreken, onze wereld. Maar het is vooral een zoektocht
door middel van foto’s naar gelijkenissen en overeenkomsten tussen
kinderen, en dus alle mensen. wordt vervolgd Langs de weg tussen Ruhengeri en Kigali, Rwanda,
zijn er veel ambachtelijke steenbakkerijen. Omdat het grote vakantie
is, werken er veel kinderen. Zij krijgen 150 Rwandese francs ( zo’n
20 eurocent ) om 500 stenen naar de oven te brengen. De oudste kinderen
met de langste armen kunnen zo’n 18 stenen per keer op hun hoofd
naar de oven, zo’n 700 meter verder, brengen. Dit betekent dat
zo’n kind ongeveer 28 maal over en weer moet lopen. Het duurt
iets meer dat 10 minuten om de stenen te stapelen op het hoofd en het
traject af te leggen. Een klein rekensommetje leert dat voor ongeveer
5 uur werken deze kinderen dus iets minder dan 10 BEF verdienen. De
jongste kinderen (een jaar of 7 ) kunnen slechts 10 stenen per keer
dragen en moeten dus 50 maal over en weer lopen voor hun 20 eurocent. wordt vervolgd. |
Bakstenen
|
|||
De barki van
Bangladesh
Stenen zijn zeldzaam in Bangladesh. Voor de
bouw van wegen, huizen en dammen is de vraag naar stenen en rotsen echter
groot. Alleen in the Chittagong Hill Tracts, de enige bergachtige regio
in dit vlakke land zijn er steengroeven. De beste en hardste stenen
worden echter door rivieren aangevoerd uit de Indiase deelstaat Meghalaya.
De rivieren uit deze bergachtige Indiase deelstaat voeren met hun sterke
stroming tonnen zand maar vooral keien naar de vlakte van Bangladesh.
De barki zijn Bangladeshi’s die deze keien uit de rivierbedding
ophalen en naar de oever brengen waar zij verbrijzeld worden tot kiezelstenen.
In Ballaghat alleen vertrekken dagelijks 250 vrachtwagens met kiezelstenen
naar grote bouwwerven in Sylhet en Dhaka. wordt vervolgd |
|||
Hutongs in
Beijing
|
|||
Voodoo in Haiti
|
|||
Hoewel
Amerikaanse, Zuid-Afrikaanse en Canadese mijnbouwmaatschappijen op industriële
schaal exploreren naar goud, doen naar schatting 75 000 Burkinabé
hetzelde maar dan op de manier zoals hun voorouders het vanouds deden
: artisanaal. Met hamer, houweel en vooral veel geduld, spierkracht en
moed der wanhoop. De Burkinabé weten van hun voorouders dat er
de ondergrond goud kan gevonden worden. Een aanzienlijk deel van de ondergrond
van Burkina Faso bestaat uit zgn. « Birimian greenstone ».
Greenstone is een verzamelnaam voor stenen van vulkanische oorsprong die
door aanwezigheid van mineralen o.a goud een typische groene kleur vertonen.
Deze zone die genoemd werd naar de rivier Birim in Ghana, dat niet voor
niets bekend stond als « Goudkust », strekt zich uit over
ongeveer 350 000 km² in West-Afrika. Landen zoals Burkina Faso, Niger,
Mali, Benin, Ghana, Ivoorkust, Guinea, Liberia en Senegal liggen gedeeltelijk
in deze zone.
Toen het in het begin van de jaren 90 financieel interessant werd omwille
van tal van belastingsvoordelen, zijn verschillende internationale mijnbouwmaatschappijen
begonnen met de exploratie van de ondergrond van Burkina Faso. De lage
goudprijzen van de jongste jaren echter zijn echter rem op verdere exploratie
op industriële schaal. wordt vervolgd
Elk jaar van 12 tot 16 juli trekken duizenden Haïtianen
naar Saut d’eau ter gelegenheid van Vierge Miracle Saut d’eau,
viej mirak Sodo in het Kréools. Katholieke Haïtianen gaan
er heen om genezing af te smeken van de maagd Maria. Voodooaanhangers
gaan er heen om zich ritueel te reinigen in een waterval enkele km buiten
het dorp en om er de geesten, Damballah en Ayida Wedo te aanroepen. Jongelui
gaan er heen om het begin van de vakantie te vieren en om de bloemetjes
buiten te zetten. De meeste pelgrims komen echter voor een combinatie
van de drie. Reden genoeg voor « een fête champêtre
» in Ayiti.
Ik kan het nauwelijks geloven maar na een rit van 4 uur, zonder ongelukken en pech, in een « camion » samen met naar (voorzichtige) schatting 60 andere « sardienen » en totaal geraadbraakt houdt de « bak met 4 wielen en gelukkig ook remmen » die luistert naar de naam « Croyanse en Dieu » halt in Mirebalais. De chauffeur is zo attent om te stoppen onder een boom. Eindelijk schaduw. « Dlo ! Dlo ! », de woorden van een « marchand dlo » klinken als muziek in mijn oren en ik koop meteen 2 plastic zakjes Culligan, ozonated water volgens de opdruk. Na de plaatselijke drankjes Couronne ( te zoet) en Miranda, Tampico, Tropic (teveel kleurstoffen) te hebben geprobeerd, besef ik hoe lekker gewoon water kan zijn. Iedere camion die stopt op het markpleintje in Mirebalais wordt onmiddellijk bestormd door de « marchands » die zowat alles te koop hebben : water (dlo), maïs, pain, charbon (houtskool), …. . Het lijkt wel of iedereen van 7 tot 77 (spreekwoordelijk want de gemiddelde levenduur ligt vooraan in de 50) een gourde probeert bij te verdienen als marchand. Een eerste les « overleven in Haïti » : alles is te koop op st raat ..... wordt vervolgd |
Goudzoekers
in Burkina Faso
|
||
I
In de 13de eeuw maakte Kublai Khan, een kleinzoon van Djengis Khan, het
huidige Beijing tot winterhoofdstad van het immense Mongoolse rijk. Hij
stichtte de Yuan-dynastie. De drinkplaatsen voor de paarden van de Mongoolse
krijgers noemden in het Mongools “hottog”. Later werd dat
in het Mandarijn verbasterd tot ”hutong” en werd er mee verwezen
naar straten smaller dan 9 meter. Tot enkele jaren geleden waren er naar
schatting 4550 van deze hutongs die van breedte variëren van 45 cm
tot 9 meter. Volgens een gezegde zijn er 360 grote hutongs en evenveel
kleine als haartjes op een os.
In deze volksbuurten in het oude Beijing leefden eeuwenlang generaties families met en naast elkaar in siheyuan, huisjes gebouwd rond een centrale binnenplaats. Het leven in deze volksbuurten speelt zich voornamelijk af op straat, op de marktjes en rond de gemeenschappelijke latrines die je al van ver kar ruiken. Dit is één van de argumenten die de overheid gebruikt om deze eeuwenoude volksbuurten plat te gooien. Sinds de aankondiging dat in Beijing in 2008 de Olympische Spelen mag organiseren, verdwijnen jaarlijks gemiddeld 600 van deze hutongs om plaats te maken voor straten, auto’s en hoogbouw. En met deze hutongs verdwijnt ook het ...... wordt vervolgd |
|