Salar de Uyuni
in Bolivia
|
|||
Mali
|
|||
Traditionele
klederdracht in Guatemala
|
|||
Cham dansen
in Ladakh
|
|||
Pasen in Copacabana
|
|||
Rust is ons niet gegund. We zetten koers naar het zoutmeer waaraan Uyuni zijn reputatie te danken heeft. Het speciale aan de “salar” is dat het eigenlijk geen meer is, ooit wel een meer was en jaarlijks enkele maanden opnieuw een meer wordt. Eind december tot eind januari tijdens het regenseizoen is er water in het meer. Enkele centimeters maar. Net genoeg om de grootste zoutvlakte ter wereld tijdelijk om te toveren tot de grootste spiegel van de wereld. Het water bovenop de witte zoutkorst vormt een reflecterende laag waarin de ijle en ijdele Andes- hemel zichzelf kan bewonderen. Enkel roze flamingo’s en witte zouthopen doorbreken de hegemonie van blauw. Wat later zwalpen regenzwangere wolkenformaties langzaam voorbij tot ze genoeg gepronkt hebben. Aanvankelijk schoorvoetend, vervolgens onstuimig schudden ze hun lading van zich af en omzwachtelen de hoogste bergtoppen met een witte vacht. Eenmaal de onweersdemonen ontketend, is de “salar” een levensgevaarlijke vlakte waar hongerige bliksemschichten een nietsvermoedende prooi zoeken en soms vinden. Na dit ontstuimig geweld pronkt de salar opnieuw met zijn adembenemende schoonheid. Maar ook hier geldt het adagium dat niets eeuwig en schoonheid vergankelijk is. Naar het einde van het regenseizoen kan op deze hoogte bij zonnig weer dagelijks 0,6 cm water verdampen. Na enkele weken droogt het tijdelijke meer op en ... wordt vervolgde uittreksel .....Djenné wordt door velen beschouwd als de mooiste stad in de sahel. Ik ben de laatste om dit tegen te spreken. De huidige grote moskee van Djenné dateert uit 1907 en is opgenomen in de lijst van de Unesco als Wereldcultuurerfgoed. Het is één van de grootste lemen gebouwen ter wereld. De karakteristieke palmhouten uitstulpingen dienen als steun voor de jaarlijkse bepleistering. Leem heeft immers de vervelende eigenschap niet echt regenbestendig te zijn. Jaarlijks na de ramadan brengen de Djennenkés een nieuwe pleisterlaag aan. De banco ( een mengsel van klei en stro) wordt weken op voorhand verzameld en klaargemaakt door de jongens van de stad. De briquetiers en de andere mannen van Djenné brengen vervolgens onder leiding van het hoofd van de bareyton, de metselaarsgilde, de nieuwe pleisterlaag aan. Samen de met de Technische Universiteit van Leiden loopt er een restauratieproject om de vele huizen te herstellen met een regenbestendige leemsoort. Veel eigenaars hebben immers moeite om hun traditionele lemen huizen te onderhouden. Vaak zijn de woningen familiebezit en familieleden die zijn weggetrokken naar Bamako of Europa zijn niet geïnteresseerd in het onderhoud van de woning. De eerste moskee van Djenné dateert uit 1240. De toenmalige heerser over Djenné, sultan Koi Kunboro bekeerde zich tot de islam en verbouwde zijn paleis tot een moskee. Na Bambara van Ségou, de Songhai van Timboektoe werden in 1573 de Marokkanen heersers over de stad. Uit die tijd dateren de woningen van rijke Marokkaanse handelaars met hun typische portalen en raamluiken. De Marokkanen werden pas in 1810 verdreven uit Djenné door sjeik Amadou. Deze vrome sjeik vond de moskee te weelderig en liet een kleinere bouwen. De oude moskee regende langzaam maar zeker weg. Pas onder Frans bestuur werd begonnen met de heropbouw van de grote moskee en vanaf 1907 domineert deze wonderbaarlijke maar broze constructie de wekelijkse markt op maandag. Handelaars uit de wijde omgeving komen dan naar Djenné om hun waar aan de man te brengen. Het lijkt wel of de stad belegerd wordt door een vloot pirogues. Van de 4 windstreken komen tientallen pirogues, volgestouwd met handelswaar naar de stad. Pas dan valt op het hoe water in de inlandse delta van de Niger het leven beheerst. Maar hoe lang nog? Djenné wacht met een bang hart de voltooiing van de omstreden Talo-dam af. Bezorgde Djennenkés vrezen dat door deze dam stroomopwaarts op de Bani te veel water zal worden aangewend voor irrigatie en dat bijgevolg minder water zal overblijven voor de jaarlijkse ..... wordt vervolgd Priesters
en sjamanen in actie.
Het aantal nightclubs met die illustere naam is intussen niet meer te tellen. Het gelijknamige beroemde strand in Rio de Janeiro spreekt tot ieders verbeelding. Toch is dit strand genoemd naar de gelijknamige Boliviaanse bedevaartplaats aan de oevers van het Titicaca meer. Toen in de 16de eeuw mirakels werden toegeschreven aan de “Zwarte Madonna van het Meer”, stroomden de pelgrims vanuit heel Bolivië toe. De “Zwarte Madonna” werd omgedoopt tot Virgen de la Candelaria en werd de patroonheilige van het land. Sindsdien heeft de madonnna nog niet aan populariteit ingeboet. Integendeel. De Semana Santa is voor duizenden Boliviaanse peregrinos de gelegenheid om op bedevaart te gaan naar Copacabana. Ook al liggen tussen Copacabana en de Boliviaanse hoofdstad 158 lastige kilometers, toch schrikt die afstand duizenden pelgrims niet af om jaarlijks met Pasen de eeuwenoude pelgrimstocht te ondernemen. Sportievelingen maken van de pelgrimstocht een uitdaging en proberen met fiets of mountainbike Copacabana te bereiken. De lange pelgrimstocht over ruw terrein en vaak in barre weersomstandigheden maakt echter ieder jaar slachtoffers. Het aantal sportieve “pelgrims” dat de lastigheidgraad onderschat is aanzienlijk. De hulpposten onderweg hebben dan ook hun handen vol met het verzorgen van moegetergde voetzolen en het masseren verkrampte kuiten en billen. De meeste pelgrims verkiezen echter een iets gemakkelijkere oplossing en hebben daar een goede reden voor. Chauffeurs hebben meer vertrouwen in de zegen van de Virgen de la Candelaria dan in hun ..... wordt vervolgd Jaarlijks vinden eind februari begin maart afhankelijk van de maanstand in de eerste maand van het Tibetaanse jaar festivals plaats in de gompas (kloosters) van Stok en Matho in Ladakh. Het Guru Tsechu in Stok en de Nargrang van Matho, enkele dagen later, worden bezocht door honderden pelgrims uit de regio. Het is dan nog winter en ’s nacht daalt de temperatuur nog ver onder het vriespunt. De Indus is nog gedeeltelijk bevroren. Overdag, uit de wind en in de zon vallen de temperaturen in deze “koude woestijn” best mee. Tijdens deze tweedaagse festivals voeren de monniken en lama’s talrijke dansen op, getooid in kleurrijke gewaden en maskers die verwijzen naar mythologische figuren, goden en geesten. Hoewel het boeddhisme reeds in de 3de eeuw voor onze tijdrekening zijn intrede deed in Ladakh, verwijzen veel elementen uit deze chams nog naar het Bonanimisme. De “orakels” die de tweede dag verschijnen, zouden nog afstammen uit deze lang vervlogen tijden. Zowel in Stok als in Matho geraken de 2de dag van het festival lama’s bezeten door .... wordt vervolgd Voor Rigoberta Menchu in 1992 de Nobelprijs voor de Vrede won, hadden weinig westerlingen oog voor de traditionele klederdracht van de Maya’s. Die leven verspreid over de zuidelijke staten van Mexico, Guatemala, Belize, tot het noorden van Honduras en El Salvodor, spreken 28 talen en zijn met ongeveer 6 miljoen. Rigorberta Menchu is wel de belangrijkste voorvechtster en uithangbord van de pan-Maya “traje” waarbij motieven uit verschillende Maya-regio’s worden gecombineerd. Deze “traje” fungeert tegelijk als symbool van verzet tegen de tweederangs rol die de indigenas toebedeeld krijgen in landen waar de ladinos, afstammelingen van de Spanjaarden, het voor het zeggen hebben en als uithangbord voor een herwonnen trots voor eigen culturele identiteit. Tijdens de burgeroorlog in de jaren 80 en 90 waren Maya-vrouwen in traditionele klederdracht onmiddellijk herkenbaar. Niet alleen als Maya maar ook uit welke streek en welk specifiek dorp zij afkomstig waren. Aangezien in de hooglanden van Guatemala bijna elk dorp zijn eigen specifieke klederdracht kent, konden militairen en paramilitairen gemakkelijk inwoners van opstandige dorpen selecteren. De bevolking die het geweld in de bergen ontvluchtte en naar de steden trok, probeerde anoniem door het leven te gaan door Westerse kledij te dragen. Geregeld voorspelde men dan ook dat de traditionele kledij van de Maya’s .... wordt gevolgd |
|||
|